Rol van de leerkracht
Bij flipping the classroom is een leerkracht niet meer bezig met een live-instructie te geven in een klas. De instructie wordt opgenomen op film door de leerkracht zelf. De rol van de leerkracht tijdens een les verandert. Om deze verandering te omschrijven kan de TPACK benadering als uitgangspunt genomen worden (Mishra, 2005). Dit staat voor Technologie (T), Didactiek (P) en Vakinhoudelijke kennis (C) Dit model biedt een beschrijving van de basiskennis die leraren zouden moeten hebben om ICT te implementeren in de onderwijspraktijk. Flipping the classroom heeft alleen een meerwaarde, wanneer het volgens dit model wordt toegepast (Evers, 2011). Uiteindelijk is het wel de leerkracht die verantwoordelijk is voor het uiteindelijke succes. De leerkracht moet de uitdaging zien om de drie kennisgebieden te integreren.
Didactische Kennis (PK): de leraar weet welke vormen van activerende didactiek ingezet kunnen worden tijdens de les.
Inhoudelijke kennis (CK): de leraar is goed op de hoogte van de inhoud van les en welke elementen van belang zijn. Omdat de lesinhoud idealiter moet worden verwerkt tot een filmpje van maximaal 10 minuten zouden vooral de kernaspecten hierin opgenomen moeten worden. Aanvullingen hierop met opdrachten en verwerkingsopgaven moeten veelal op maat gemaakt worden.
Technische kennis (TK): de leraar dient kennis te hebben van de technische mogelijkheden om filmpjes te maken en deze te verspreiden onder de leerlingen. Maar ook het ontwerpen van het aanvullende materiaal is hier een onderdeel van.
Om concreet met TPACK aan de slag te gaan is er ook een TPACK-spel ontwikkeld (Kennisnet, Nd). Het is een eenvoudig spel aan de hand van kaarten. Het wordt ook wel gezien als werkvorm waarmee leerkrachten met zelf gekozen vakinhouden gaan experimenteren met verschillende didactische werkvormen en ICT middelen. Het doel van dit spel is leerkrachten te inspireren en ervaringen te delen met andere leerkrachten. In bijlage II van dit verslag is het TPACK-spel te vinden, deze is aangepast voor het basisonderwijs.
Didactische Kennis (PK): de leraar weet welke vormen van activerende didactiek ingezet kunnen worden tijdens de les.
Inhoudelijke kennis (CK): de leraar is goed op de hoogte van de inhoud van les en welke elementen van belang zijn. Omdat de lesinhoud idealiter moet worden verwerkt tot een filmpje van maximaal 10 minuten zouden vooral de kernaspecten hierin opgenomen moeten worden. Aanvullingen hierop met opdrachten en verwerkingsopgaven moeten veelal op maat gemaakt worden.
Technische kennis (TK): de leraar dient kennis te hebben van de technische mogelijkheden om filmpjes te maken en deze te verspreiden onder de leerlingen. Maar ook het ontwerpen van het aanvullende materiaal is hier een onderdeel van.
Om concreet met TPACK aan de slag te gaan is er ook een TPACK-spel ontwikkeld (Kennisnet, Nd). Het is een eenvoudig spel aan de hand van kaarten. Het wordt ook wel gezien als werkvorm waarmee leerkrachten met zelf gekozen vakinhouden gaan experimenteren met verschillende didactische werkvormen en ICT middelen. Het doel van dit spel is leerkrachten te inspireren en ervaringen te delen met andere leerkrachten. In bijlage II van dit verslag is het TPACK-spel te vinden, deze is aangepast voor het basisonderwijs.