Wat is flipping the classroom?
Flipping the classroom betekent letterlijk het omdraaien van de les. Kort gezegd gaat het om het omdraaien van de klassikale instructie en de individuele huiswerkopdracht. Leerlingen bekijken deze filmpjes buiten de reguliere lessen, in plaats van huiswerk. De klassikale tijd die hiervoor vrij komt wordt dan ingezet voor extra instructie, begeleiding en het maken bij projecten. Dit wordt vooral gebruikt op middelbare scholen, waar leerlingen huiswerk krijgen. Maar hoe kan flipping the classroom nu geïmplementeerd worden in het basisonderwijs? Dit is gelijk de onderzoeksvraag van dit verslag. In dit eerste hoofdstuk komt de theorie rondom flipping the classroom aan bod. Te beginnen bij het begin, het ontstaan van flipping the classroom.
Salman Khan maakte instructiefilmpjes voor zijn nichtje, zij had een probleem met wiskunde en hij wilde haar graag hiermee helpen. Steeds meer familieleden en vrienden van Khan kregen interesse in deze filmpjes en hij besloot om ze op Youtube te plaatsen. Dit werd een grote hit, er was zoveel interesse naar de uitleg van Khan dat hij zijn baan had opgezegd en in 2006 de Khan Acedemy is gestart.
Khan probeerde met deze filmpjes een onderwijskundige meerwaarde te bereiken, hij kwam erachter dat leerlingen soms liever naar een filmpje keken met een instructie dan naar een live-instructie van een leerkracht. Dit omdat ze een filmpje makkelijk kunnen pauzeren en fragmenten terug kunnen kijken (Deams, 2011). Door deze filmpjes thuis al te bekijken is er op deze manier tijdens de les meer tijd over voor samenwerking en begeleiding, Kahn noemt deze ‘flipping the classroom’, instructie wordt huiswerk en huiswerk wordt in de les behandeld.
Jackie Gerstein heeft een flipped-classroom model ontworpen, hieronder wordt het door Kennisnet vertaalde model weergegeven:
In het model worden wordt onderscheid gemaakt in gezamenlijke activiteiten en zelfstandige activiteiten. Het model bestaat ui vier fasen en begint rechtsboven, deze fasen worden hieronder uitgelegd. Fase 1: gezamenlijke activiteit In deze fase worden leerlingen bekend gemaakt met het onderwerp, dit wordt klassikaal gedaan. Het doel van deze fase is om leerlingen te betrekken bij het onderwerp. Door het onderwerp bijvoorbeeld in te leiden met een experiment, spel of andere activiteit, wekt het de interesse van de leerlingen (Kennisnet). Fase 2: Zelfstandig met de inhoud aan de slag In de tweede fase gaan de leerlingen zelfstandig met de inhoud aan de slag. In deze fase wordt de video les aangeboden. Naast het volgen van de video les, gaat de leerling zelfstandig aan de slag om informatie over de inhoud van het onderwerp te verkrijgen. Fase 3: verwerking van inhoud In deze fase wordt de inhoud uit fase 1 en 2 verwerkt, dit gebeurd zelfstandig. Er wordt door de leerling betekenis gegeven aan de inhoud van de stof (Kennisnet). Er zijn verschillende verwerkingsvormen die bij deze fase passen. Het kunnen bijvoorbeeld geschreven, maar ook gefilmde verwerkingsvormen zijn. Fase 4: presentatie resultaat De laatste fase is weer een gezamenlijke fase. De leerlingen presenteren aan elkaar wat ze geleerd hebben en passen deze kennis toe op een manier die voor hen zinvol is (Kennisnet). Dit kan voor iedere leerling verschillend zijn.